Keuze voorliggend veld, segment of product

  

In deze stap moet je als verwijzer een keuze maken tussen alle verschillende vormen van zorg en ondersteuning.

  • voorliggend veld;
  • segment 1, 2, 3 of 4;
  • een combinatie;
  • of een andere voorziening.

Let op: het aanvraagproces voor deze voorzieningen kan van elkaar verschillen.

Voorliggende voorzieningen

Niet voor elke hulpvraag is specialistische jeugdhulp nodig. Elke gemeente heeft vrij toegankelijke voorzieningen voor jeugdhulp. Denk aan trainingen bij maatschappelijk werk, diensten bij de GGD en activiteiten bij sociaal werk of bibliotheek. Deze voorzieningen worden ook ‘voorliggende voorzieningen’ of ‘lichte ondersteuning’ genoemd.

Overzichten van voorliggende voorzieningen vind je op:

De redactie linkt graag vanaf deze plek naar alle relevante informatie over voorliggende voorzieningen in jouw gemeente. Wil je de vindplek van deze informatie voor jouw gemeente aan ons doorgeven? Stuur een mail naar hvb@tilburg.nl.

Passend onderwijs

Wanneer valt hulp en ondersteuning onder de Jeugdwet? In basis geldt het volgende: noodzakelijke ondersteuning die primair gericht is op het doorlopen van het onderwijsprogramma valt onder de zorgplicht van de Wet Passend Onderwijs.  Het gaat hierbij om ondersteuning gericht op het volgen van onderwijs en om de leerling verder te helpen in zijn onderwijsontwikkeling. Dat de ondersteuning een bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling op andere leefgebieden, doet daar niet aan af. Is extra ondersteuning ook op andere gebieden nodig? Dan kan de gemeente verantwoordelijk zijn.

Er is wel sprake van een grijs gebied. Op sommige punten binnen de twee wetten lopen de verantwoordelijkheden van het onderwijs en de gemeenten in elkaar over. Dit leidt tot onduidelijkheden bij onderwijs en gemeente over inzet en financiering van extra ondersteuning aan jeugdigen. Daarom zijn er richtlijnen. De richtlijnen helpen je om duidelijk te krijgen of een hulpvraag thuis hoort binnen het passend onderwijs of de jeugdwet.  De richtlijnen zijn ondergebracht in 10 deelonderwerpen.  De onderwerpen  zijn allemaal situaties waarbij er op school, of gerelateerd aan school, ondersteuning aan de leerling moet worden verleend.  Lees de richtlijnen >

BSO+

Er is regionaal besloten om naast de inkoop jeugdhulp BSO+ te organiseren. Dit is buitenschoolse opvang voor kinderen van het SBO (speciaal basisonderwijs), SO (speciaal onderwijs) en VSO (voortgezet speciaal onderwijs). Deze kinderen kunnen vanwege een zwaardere zorgbehoefte niet terecht bij een reguliere kinderopvang. Deze kinderen hebben geen aanvullende hulpvraag waarvoor specialistische jeugdhulp nodig is. Dit is dus anders dan bij dagbegeleiding zoals in Ssegment 3.

Reguliere BSO wordt voor kinderen die regulier basisonderwijs volgen, georganiseerd door het schoolbestuur.  Dit is wettelijk verplicht. Voor het SBO, SO en VSO bestaat deze verplichting niet.  Kinderen met een zwaardere zorgvraag kunnen daardoor soms niet terecht bij buitenschoolse opvang.

Bezoek de pagina over BSO+ >

Jeugdwet of andere wet

Twijfel je of de benodigde hulp voor een jeugdige (of zijn ouders) wel of niet onder de Jeugdwet valt? Een en ander kan afhangen van het  soort hulp dat nodig is, maar ook met effectiviteit van de interventie of de kwalificaties van de aanbieder. We adviseren je in dit geval de lijst Afbakening alternatieve hulp en jeugdhulp te raadplegen.  In deze lijst staan veel voorkomende hulpvormen die mogelijk niet of alleen onder voorwaarden onder de Jeugdwet vallen.  In het document staat ook waar je op moet letten bij deze hulpvormen en wat mogelijke alternatieven zijn.

Er is ook een lijst Afbakening jeugdwet met andere wetten en andere wetten van de VNG.  Hierin kun je terugvinden welke hulpvraag/behandeling onder welke wet valt (Jeugdwet, Zorgverzekeringswet, Wlz, Wmo of onderwijswetten).

Jeugdwet: welke voorzieningen zijn ingekocht?

Zijn de voorliggende voorzieningen echt niet passend? Dan kun je kijken of er jeugdhulp ingezet kan worden. De jeugdhulp binnen de regio Hart van Brabant is verdeeld in vijf segmenten. Daarnaast zijn er ook nog een aantal losse producten.

Segment 1 | Hoog Specialistische Jeugdhulp

Deze hulp  is voor jeugdigen en de gezinnen met een ernstige meervoudige complexe problematiek. Er is intensieve jeugdhulp nodig is en  vaak  coördinatie over verschillende  leefdomeinen .  Kenmerken van jeugdigen en het gezin in Segment 1 zijn:

  • Complexe tot zeer complexe problematiek (hoog specialistische Jeugdhulp noodzakelijk), zoals:
    • Klinische stoornis
    • Gedragsproblematiek
    • Persoonlijkheidsproblematiek
    • Achterstand in ontwikkeling
    • Gezondheidsproblematiek
    • Gezinsproblematiek (opgroei- en opvoedproblematiek)
    • Problematiek in het schoolse functioneren
  • De Jeugdige kan alleen geholpen worden door grip op het gezin(systeem) te hebben.
  • Meerdere resultaten te behalen zijn en te behalen resultaten alleen kunnen worden bereikt met de gecoördineerde inzet van meerdere disciplines of een interventie in het hele systeem.

Kenmerken van het gezin/systeem in Segment 1 zijn:

  • Voor het behalen van de resultaten zijn voor de verschillende leden van het systeem intensieve interventies nodig.
  • Weinig tot geen ondersteunende factoren.
  • Zware belemmerende factoren, veel en/of ernstige risicofactoren.
  • Veiligheid van het systeem.
  • Er spelen vraagstukken op meerdere leefgebieden.

Bij de overweging om te verwijzen naar Crossroads (Segment 1) of naar een andere gecontracteerde aanbieder (Segment 3 en 4) speelt de financiële component een belangrijke rol. Voor het maken van deze financiële afweging zijn vuistregels opgesteld.

Segment 2: Wonen

Is de thuissituatie geen veilige of passende leefomgeving voor de jeugdige?  Dan moet er een alternatieve woonvorm worden gevonden  die,  zo lang als nodig,  als een nieuw thuis fungeert. Deze woonvormen zijn er:

  • Pleegzorg
  • Gezinshuizen
  • Kleinschalige woonleefgroepen
  • Zelfstandigheid bevorderende woonvormen (kamertraining en fasehuis)

Bezoek de Wegwijzer Jeugd voor meer informatie over de woonvormen >

Segment 3 | Dagbegeleiding en respijtzorg

Dagbegeleiding is gericht op het stimuleren en aanleren van sociale en praktische vaardigheden gedurende een of enkele dagdelen per week. Bij respijtzorg gaat het om het bieden van periodieke, tijdelijke ontlasting aan ouders en/of het gezin. Dit is om de voorkomen dat het gezinssysteem overbelast raakt. Beide vormen van jeugdhulp zijn tijdelijk van aard en worden in groepsverband op de locatie van de jeugdhulpaanbieder aangeboden.

Bezoek de Wegwijzer Jeugd voor meer informatie over Segment 3 >

Wil je weten welke voorzieningen voorliggend zijn? Download Afbakening kinderopvang, BSO+ en specialistische jeugdhulp >

Segment 4 |  Veel voorkomende Jeugdhulp

Segment 4 behelst specialistische jeugdhulp voor jeugdigen met enkelvoudige problematiek. Het betreft ambulante en/of poliklinische hulp, die korter en/of minder intensief is dan  hoogspecialistische jeugdhulp in Segment 1. Vaak ligt de focus op psychische problemen.

Segment 4 is gebiedsgericht ingekocht. Dus check op de Wegwijzer Jeugd goed of de aanbieder die je selecteert daadwerkelijk gecontracteerd is voor levering van de zorg in het betreffende gebied. Dit zijn de gebieden:

  • Regio 1 | Tilburg Regio
  • Regio 2 | Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Gilze-Rijen en Dongen
  • Regio 3 | Goirle, Oisterwijk en Hilvarenbeek
  • Regio 4 | Heusden, Loon op Zand en Waalwijk

Voor elk gebied is een aantal aanbieders gecontracteerd. Zijn er meerdere zorgaanbieders betrokken bij het gezin? Dan spreken zij onderling af wie zorginhoudelijke regie heeft. Komen de aanbieders er niet uit? Dan wijst de lokale toegang de betreffende zorgaanbieder aan.

Bezoek de Wegwijzer Jeugd voor meer informatie over Segment 4 >

Segment 5 | Crisishulp

Crishulp is voor jeugdigen en gezinnen waarvoor acute hulpverlening noodzakelijk is vanwege veiligheid of extreme hulpvraag.

Bezoek de pagina over Crisishulp >

Ernstige Dyslexie (ED)

Hulp bij dyslexie door school

Hulp bij dyslexie behoort tot de basisondersteuning van elke school. In het protocol van de school is vastgelegd hoe de school de kinderen met lees- en/of spellingproblemen ondersteunt. Het kan zijn dat het kind last heeft van Ernstige Dyslexie (ED). De voorwaarden om in aanmerking te komen voor een vergoeding van diagnostisch onderzoek/behandeling ED zijn:

  • het kind volgt primair onderwijs
  • het kind is tussen de 7 en 13 jaar oud
  • de behandeling wordt gestart voor de 13e verjaardag
Aanvragen onderzoek en behandeling ED

Heb je een vermoeden van ED en wil je graag onderzoeken of het kind ED heeft? Dan moet de school, met toestemming van beide gezaghebbende ouders een aanvraag indienen voor diagnostiek ED bij Toegang Dyslexie/Poortwachters. De school moet bij de aanvraag het leerlingdossier Dyslexie meesturen. Uit het leerlingdossier moet blijken, dat er in het onderwijs een passend traject heeft plaatsgevonden van extra ondersteuning bij het leren lezen en/of spelling volgens de regels van het Nederlands Kwaliteitsinstituut Dyslexie (NKD).

Het Expertisecentrum Nederlands en het NKD ontwikkelden in opdracht van Dyslexie Centraal de volgende documenten:

  1. Leidraad Ernstige Dyslexie
  2. Handreiking voor de invulling van ON 2,3 en 4
  3. Richtlijn omgaan met doublures
  4. Leerlingdossier dyslexie format WORD
  5. Leerlingdossier Dyslexie PDF
  6. Format handelingsplan technisch lezen en spellen ON3

Deze documenten zijn zowel te vinden op www.nkd.nl  als www.dyslexiecentraal.nl.

Indien de leerling niet voldoet aan de criteria voor een ED onderzoek, zal de gemeente nooit diagnostiek en/of behandeling vergoeden. Indien ouders dus zelf een onderzoek naar dyslexie hebben bekostigd zal de gemeente het onderzoek en behandeling niet vergoeden.

Het verschilt per gemeente waar je het dossier naar toe moet sturen. Hieronder volgt de procedure per gemeente.

Goirle, Hilvarenbeek, Oisterwijk en Tilburg

Komt het kind uit een van deze gemeenten? Zij gebruiken een aangepast format van het leerlingdossier ED. Stuur dan de aanmeldingsmail naar het toegangsteam Dyslexie: toegangdyslexie@tilburg.nl. Om een aanvraag te starten, moet je eerst een mail sturen naar toegangdyslexie@tilburg.nl. Zet in onderwerp ‘Aanmelding {voor- en achternaam}’. Noteer in de mail een 06-nummer waarnaar een toegangscode gestuurd kan worden. Toegang Dyslexie stuurt u z.s.m. (maar uiterlijk binnen 48 uur) een beveiligde mail, waarbij de toegangscode naar het 06-nummer wordt gestuurd. Als u de code heeft ingevuld, is er een beveiligde verbinding en kun je de documenten op een veilige manier versturen. Het 06-nummer wordt alleen gebruikt voor dit doel en wordt daarna verwijderd.

Het toegangsteam toetst of het dossier compleet is en of het protocol goed is toegepast. Als het toegangsteam het dossier goedkeurt, stuurt de school het dossier naar de beoogde aanbieder om het onderzoek te doen. De school moet dit wel afstemmen met de ouders/verzorgers.

Dongen en Alphen-Chaam, Baarle- Nassau, Gilze en Rijen

Komt het kind uit een van deze gemeenten: Dongen, Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Gilze en/of Rijen? Dan moet de aanmelding en het schooldossier naar het samenwerkingsverband ‘RSV Breda e.o.’. Als het samenwerkingsverband het dossier goedkeurt, ontvangen de ouders/verzorgers een ondertekend advies van het samenwerkingsverband. Hiermee kunnen zij naar een gecontracteerde zorgaanbieder, die het diagnostisch onderzoek  uitvoert.

Heusden, Loon op Zand en Waalwijk

Scholen in Heusden, Loon op Zand en Waalwijk sturen het schooldossier voor goedkeuring naar het samenwerkingsverband PO Langstraat Heusden Altena (SWV PO LHA). Meer over dyslexiezorg in Loon op Zand, Heusden en Waalwijk > 

Diagnostiek Ernstige Dyslexie (ED)

Het primaire doel van het diagnostisch onderzoek is om een inzicht te geven in de aard van de klachten van de cliënt en in de factoren die een rol spelen in het ontstaan of in stand houden hiervan, antwoord te geven op de hulpvraag en te komen tot op het individu toegesneden handelingsadviezen. Voor de diagnostiek wordt het landelijke protocol gevolgd: ‘Protocol Dyslexie Diagnostiek en Behandeling (PDDB versie 3.0). In de classificerende diagnostiek wordt ernstige dyslexie vastgesteld aan de hand van de criteria voor ernst, hardnekkigheid en specificiteit van de lees- en spellingproblemen. In het verdiepende onderdeel van de diagnostiek worden belemmerende en beschermende factoren in kaart gebracht die een rol spelen bij het ontstaan en in stand houden van de problematiek. Hierbij is ook aandacht voor de aanwezigheid van mogelijk comorbide stoornissen.
Op basis van de diagnostiek kunnen de stappen in de behandeling worden bepaald. Als er geen sprake is van ED geeft de aanbieder een handelingsgericht advies aan de school en de ouders. De productcode voor Diagnostiek Dyslexie is 45ED1.

Behandeling Ernstige Dyslexie (ED)

Een behandeling duurt in beginsel 48 sessies van 45 à 50 minuten. De behandelaar kan zijn: een BIG-geregistreerd gezondheidspsycholoog, een NIP-geregistreerd kinder- en jeugdpsycholoog of een NVO-geregistreerd orthopedagoog-generalist. De behandelaar kan bij zijn behandeling ondersteund worden door medebehandelaars. Deze medebehandelaars vallen onder de verantwoordelijkheid van de behandelaar. Medebehandelaars zijn gekwalificeerde dyslexiespecialisten: een basispsycholoog, orthopedagoog of een logopedist. De behandeling wordt uitgevoerd volgens het landelijk vastgestelde protocol “Protocol Dyslexie, Diagnostiek en Behandeling 3.0”. De productcode voor behandeling Dyslexie is 45ED2.

Aanvraagformulier 12 extra behandelingen ED

Voor ED geldt dat de behandeling uit maximaal 48 behandelsessies bestaat. In een uitzonderlijke situatie mag een verlenging voor 12 extra behandelsessies worden aangevraagd. De productcode voor behandeling Dyslexie is 45ED3.

De regio Hart van Brabant heeft hiervoor criteria opgesteld en heeft een aanvraagformulier ontwikkeld. Download Aanvraagformulier 12 extra behandelsessies ED >

Heeft een jeugdige  12 extra behandelsessies ED nodig? Met ingang van 1 juli 2021 hanteert regio Hart van Brabant de volgende werkwijze.

  1. Aan de hand van het ingevulde aanvraagformulier toont de aanbieder de noodzaak van deze 12 extra behandelsessies aan.
  2. De aanbieder levert het formulier versleuteld aan via de e-mail bij de gemeente die o.b.v. het woonplaatbeginsel verantwoordelijk is.
  3. De lokale gemeente beoordeelt de aanvraag. De lokale gemeente laat schriftelijk weten of zij akkoord is met de aanvraag. Zonder een schriftelijk akkoord, komt de aanbieder niet in aanmerking voor een vergoeding voor 12 extra behandelsessies vanuit de jeugdwet.
  4. Zodra de aanvraag is goedgekeurd, dient de aanbieder een Verzoek om Toewijzing (JW315) in.

Let op: de regio heeft te allen tijde de mogelijkheid om achteraf te toetsen of de goedkeuring op de aanvraag daadwerkelijk is verstrekt.

Hieronder wordt per gemeente aangegeven naar welk e-mailadres het aanvraagformulier moet worden gestuurd:

Gemeente e-mailadres
Dongen administratiejeugd@dongen.nl
Gilze-Rijen jeugdadmin@abg.nl
Goirle toegangdyslexie@tilburg.nl
Heusden info@bijeenheusden.nl
Hilvarenbeek toegangdyslexie@tilburg.nl
Loon op Zand servicepuntWWZ@loonopzand.nl
Oisterwijk toegangdyslexie@tilburg.nl
Tilburg toegangdyslexie@tilburg.nl
Waalwijk medischdomein@waalwijk.nl
Gecontracteerde aanbieders Dyslexie

In deze tabel zie je alle aanbieders die in vanaf 2023 gecontracteerd zijn voor de levering van dyslexiezorg:

AGB
NAAM AANBIEDER
94003812 Berkel-B B.V.
94002356 Praktijk Orthopedagogie Barend Spijkers B.V.
53530281 Regionaal Instituut voor Dyslexie B.V. (RID)
94060097 ECLG expertisecentrum leren & gedrag
98102686 Opdidakt.V.BV

Vervoer naar de jeugdhulplocatie

Combinatieschema en zoektool

Hoe weet je nu of en welke van bovenstaande zorg naast elkaar mag? Hiervoor kun je het combinatieschema en/of de zoektool raadplegen.

Bekijk de informatie over het combinatieschema en de zoektool >

Verlengen jeugdhulp als jeugdige 18 jaar wordt

Normaal gesproken eindigt jeugdhulp als de jeugdige 18 wordt. Daar zijn echter uitzonderingen op. Hieronder lichten we de uitzonderingen toe.

Met jeugdhulp in het vrijwillig kader wordt bedoeld dat het gezin/de jeugdige zelf een aanvraag doet om in aanmerking te komen voor de jeugdhulp. Er is dus geen Gecertificeerde Instelling (GI) of rechter betrokken die bepaalt dat er jeugdhulp verleend moet worden. Jeugdhulp in het vrijwillig kader wordt aangevraagd via een gemeentelijke toegang of een bevoegd arts.
Jeugdigen vanaf 18 jaar en jonger dan 23 jaar kunnen in aanmerking komen voor verlengde jeugdhulp in het vrijwillig kader als aan drie voorwaarden is voldaan.

  • In de Jeugdwet (artikel 1.2) is bepaald dat hulp, zorg of ondersteuning vanuit een ander domein voorliggend is op de Jeugdwet. Sommige hulp, zorg of ondersteuning is echter niet vanuit een ander domein beschikbaar en kan daarom vanuit de verlengde jeugdhulp toewezen worden.
    Met andere domeinen bedoelen we bijvoorbeeld de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), Zorgverzekeringswet (Zvw) of Wet langdurige zorg (Wlz). Als de jeugdige, die net 18 jaar is geworden binnen deze andere wetgevingen aanspraak kan maken op de benodigde hulp, zorg of ondersteuning, dan wordt er geen verlengde jeugdhulp afgegeven. Let op: De voorzieningen fasehuis, kamertraining, behandelgroep zwaar, kleinschalige leefgroep, gezinshuis, pleegzorg of de inzet van JIM worden binnen de regio Hart van Brabant niet binnen een ander domein (wetgeving) aangeboden. Deze vormen van jeugdhulp voldoen dus altijd aan deze voorwaarde. Let op: Pleegzorg en verblijf in een gezinshuis vallen tot 21 jaar onder de reguliere jeugdhulp en niet onder verlengde jeugdhulp. Deze vormen van jeugdhulp kunnen dus bij jeugdigen vanaf 18 tot 21 jaar worden behandeld als een reguliere aanvraag jeugdhulp en hoeven niet aan de voorwaarden hieronder te voldoen.
  • De jeugdige moet voldoen aan een van de volgende situaties:
    • De jeugdige ontving tot zijn 18e jaar al jeugdhulp, of;
    • De jeugdige had voor zijn 18e jaar al een aanvraag jeugdhulp gedaan, of;
    • De jeugdige ontving maximaal een half jaar geleden nog jeugdhulp en binnen dit half jaar is gebleken dat het noodzakelijk is dat de jeugdhulp wordt hervat.

Als er al meer dan een half jaar geen jeugdhulp meer is geleverd, dan kan de jeugdige geen aanspraak meer maken op verlengde jeugdhulp en wordt er met de jeugdige gekeken naar andere oplossingen.

Met jeugdhulp in het gedwongen kader wordt bedoeld dat een GI bepaalt welke jeugdhulp ingezet moet worden. Dit doet de GI op grond van een jeugdbeschermings- of jeugdreclasseringsmaatregel die door de rechter is uitgesproken. Dergelijke jeugdhulp wordt dus niet door het gezin of de jeugdige aangevraagd. In het gedwongen kader zijn er twee soorten maatregelen en daarvoor gelden ook andere regels voor wat betreft verlengde jeugdhulp.

Wanneer er een aanvraag vanuit een jeugdbescherming- / kinderbeschermingsmaatregel (Ondertoezichtstelling of voogdij) wordt ingediend, dan kan dat tot de leeftijd van 18 jaar. Hierna vindt er een warme overdracht plaats van de GI naar de lokale Toegang die aansluitend passende zorg in het vrijwillig kader aanvraagt. Dit geldt ook voor aanvragen voor fasehuis, kamertraining, behandelgroep zwaar, kleinschalige leefgroep, gezinshuis, pleegzorg of de inzet van JIM.

Wanneer er een aanvraag vanuit een jeugdreclasseringsmaatregel wordt ingediend dan kan dat tot de leeftijd van 23 jaar. Let op: de jeugdigen waarvoor op grond van een strafrechtelijke beslissing een aanvraag wordt ingediend voor jeugdhulp, dienen deze jeugdhulp altijd toegewezen te krijgen. Er is dan geen sprake van voorliggende voorzieningen; ook als de hulp in een andere (niet-strafrechtelijke) situatie onder de Wmo, Zvw of Wlz zou vallen, dient de aangevraagde hulp toch onder de Jeugdwet toegekend te worden.

Verlengde jeugdhulp en de verschillende segmenten

De afspraken rondom verlengde jeugdhulp in de regio Hart van Brabant zijn voor alle segmenten gelijk. Wanneer een jeugdige 18 jaar wordt en de aanbieder (Crossroads valt hier ook onder) en/of jeugdige van mening is dat er verlengde jeugdhulp nodig is, neemt de aanbieder en/of jeugdige altijd contact op met de lokale Toegang of de betrokken GI. De lokale Toegang of de GI beoordeelt de aanvraag voor verlengde jeugdhulp.

Perspectiefplan 18-/18+

De jeugdhulpaanbieder houdt bij het starten van de jeugdhulp rekening met de doorgaande hulpverlening na de 18e verjaardag. Daarom stelt de jeugdhulpaanbieder, als dit noodzakelijk is, op tijd een Perspectiefplan 18-/18+ op. Dit moet de aanbieder uiterlijk 2 jaar voor de 18e verjaardag doen. Dit doet de aanbieder samen met de jeugdige, ouders, verwijzers en andere betrokkenen. In het plan moet op alle leefgebieden (zorg, onderwijs, werk, vrije tijd, gezondheid en financiën) beschreven worden:

  • wat de stand van zaken is;
  • aan welke resultaten de jeugdige nog moet werken;
  • welke partijen daarbij betrokken zijn;
  • vanuit welk wettelijk kader de benodigde ondersteuning wordt ingezet.

Dit Perspectiefplan 18-/18+ moet uiterlijk klaar zijn wanneer de  jeugdige 17,5 jaar is.  Als het nodig is,  meldt de jeugdige zich (samen met de jeugdhulpaanbieder) dan ook aan bij de lokale Toegang om de benodigde ondersteuning na de 18e verjaardag aan te vragen.

Zorg vanuit verschillende wetgevingen

Het is mogelijk om tegelijkertijd aanspraak te maken op verschillende voorzieningen van verschillende wetgevingen. Bijvoorbeeld: pleegzorg vanuit verlengde jeugdhulp en aanvullende begeleiding vanuit de Wmo of aanvullende behandeling vanuit de Zvw.

Verlengde jeugdhulp bij een niet-gecontracteerde zorgaanbieder

Het kan voorkomen dat een jeugdige 18 jaar wordt, nog steeds hulp nodig heeft, maar de aanbieder waarbij de jeugdige deze hulp wil voortzetten geen contract heeft met de gemeente waar de jeugdige woont of met de zorgverzekeraar waarbij de jeugdige is verzekerd. In dat geval wordt er toch gekeken naar de voorliggende voorziening: kan de ondersteuning uit de Wmo worden bekostigd of kan de zorg uit de Zvw worden bekostigd? Dan wordt de zorg of ondersteuning niet vanuit verlengde jeugdhulp betaald; het ontbreken van een contract met een aanbieder is geen reden om verlengde jeugdhulp toe te kennen.

Zorg vanuit een aanvullende zorgverzekering

Als een jeugdige een aanvullende verzekering heeft voor zorg die anderszins onder (verlengde) jeugdhulp zou kunnen vallen (denk hierbij bijvoorbeeld aan een vaktherapie zoals psychomotore therapie), dan gaat de aanvullende verzekering voor op de jeugdhulp. Ouders en / of jeugdigen kunnen echter niet verplicht worden om een aanvullende verzekering te nemen om daarmee zorg te vergoeden die anderszins onder de Jeugdwet zou vallen. Als de aanvullende verzekering al is afgesloten, dan geldt deze wel als voorliggend op de Jeugdwet en dient deze verzekering aangesproken te worden om de zorg mee te vergoeden. Als het vergoede budget vanuit de aanvullende verzekering helemaal besteed is en er is nog meer zorg nodig, dan kan voor het restant van de zorg (verlengde) jeugdhulp in worden gezet, mits deze zorg onder de Jeugdwet valt.

Voorliggende voorzieningen voor 18+

Meestal eindigt de jeugdhulp als een jeugdige 18 jaar wordt. In de meeste gevallen zal op dat moment een voorziening vanuit een andere wet kunnen worden ingezet. De Wmo, Zvw en Wlz zijn voorliggende voorzieningen op de Jeugdwet; als de jeugdige met zijn hulpvraag adequaat geholpen kan worden vanuit voorzieningen op grond van deze wetten, dan treft het college geen voorziening op grond van de Jeugdwet.

Dit geldt voor alle leeftijden; ook onder de 18 jaar. Een hulpmiddel voor iemand onder de 18 valt bijvoorbeeld onder de Wmo en met een Wlz-indicatie valt de meeste zorg voor jeugdigen onder de Wlz.

Zorg vanuit verschillende wetgevingen

Het is mogelijk om tegelijkertijd aanspraak te maken op verschillende voorzieningen van verschillende wetgevingen. Bijvoorbeeld: pleegzorg vanuit verlengde jeugdhulp en aanvullende begeleiding vanuit de Wmo of aanvullende behandeling vanuit de Zvw.

Verlengde jeugdhulp bij een niet-gecontracteerde zorgaanbieder?

Het kan voorkomen dat een jeugdige 18 wordt, nog steeds hulp nodig heeft, maar de aanbieder waarbij de jeugdige deze hulp wil voortzetten geen contract heeft met de gemeente waar de jeugdige woont of de zorgverzekeraar waarbij de jeugdige is verzekerd. In dat geval wordt er toch gekeken naar de voorliggende voorziening: kan de ondersteuning uit de Wmo worden bekostigd of kan de zorg uit de Zvw worden bekostigd? Dan wordt de zorg of ondersteuning niet vanuit verlengde jeugdhulp betaald; het ontbreken van een contract met een aanbieder is geen reden om verlengde jeugdhulp toe te kennen.

Zorg vanuit een aanvullende zorgverzekering

Als een jeugdige een aanvullende verzekering heeft voor zorg die anderszins onder (verlengde) jeugdhulp zou kunnen vallen, dat gaat de aanvullende verzekering voor op de jeugdhulp. Ouders en / of jeugdigen kunnen echter niet verplicht worden om een aanvullende verzekering te nemen om daarmee zorg te vergoeden die anderszins onder de Jeugdwet zou vallen. Als de aanvullende verzekering al is afgesloten, dan geldt deze wel als voorliggend op de Jeugdwet en dient deze verzekering aangesproken te worden om de zorg mee te vergoeden. Als het vergoede budget vanuit de aanvullende verzekering helemaal besteed is en er is nog meer zorg nodig, dan kan voor het restant van de zorg jeugdhulp in worden gezet, mits deze zorg onder de Jeugdwet valt.

Zorg vanwege psychische beperkingen met een Wlz-indicatie

Psychische zorg (ggz) valt niet onder de Wlz. Voor jeugdigen (tot 18 jaar) valt dit altijd onder de Jeugdwet. Als een jeugdige met een Wlz-indicatie psychische zorg nodig heeft, moet het college hiervoor dus jeugdhulp inzetten. De Wlz kent een specifieke uitzondering hierop, namelijk als de behandeling van de psychische stoornis integraal onderdeel uitmaakt van de behandeling die vanuit de Wlz geboden wordt (vanwege bijv. de verstandelijke of somatische beperking). In dat geval valt de behandeling van de psychische stoornis toch onder de Wlz.