Regionale uitvoeringsafspraken Wmo 2023
Op 1 januari 2023 zijn we gestart met de nieuwe invulling van Wmo-begeleiding. Hierbij horen begeleiding, dagopvang, OAD en Beschermd Wonen. Op deze pagina vind je alle regionale afspraken over de uitvoering.
Hoe zit het met niet-gecontracteerde zorg (NGZ)?
In de nieuwe situatie verwijzen we voor Begeleiding (en dagopvang) en Beschermd Wonen altijd naar de Coalitie HvB en de Coalitie Beschermd Wonen. Kan de coalitie geen passend aanbod bieden? En vindt zij bijvoorbeeld een (tijdelijke) plaatsing buiten de regio nodig? Dan kan de coalitie zelf een afspraak maken over een vorm van samenwerking met zo’n aanbieder. Daar heeft de toegang geen rol in. Wel moet de contractmanager altijd op de hoogte zijn van dergelijke plaatsingen.
Hebben alle gecontracteerde aanbieders een acceptatieplicht?
Ja. Aanbieders hebben een acceptatieplicht. Met alle aanbieders is afgesproken, dat ze een toewijzing van een lokale gemeente voor hulp aan een inwoner niet ter discussie stellen. Door de nieuwe manier van samenwerken is voor de aanbieder al vroeg in het proces contact mogelijk met de toegang om te overleggen als er twijfel is bij een bepaalde casus.
Dreigt er toch discussie dreigen te ontstaan tussen de toegangsprofessional en aanbieder en komen zij er gezamenlijk niet uit? Dan kan een contractmanager worden ingezet.
Zijn er wachtlijsten?
De Coalitie HvB wil niet werken met wachtlijsten. Inwoners die worden verwezen vanuit de toegang krijgen binnen twee weken een gesprek. In alle gevallen wordt door de coalitie contact gelegd, een afspraak gemaakt en de urgentie ingeschat. Bij Beschermd Wonen zal er niet altijd een woonplek zijn, maar wordt er ondersteuning ingezet als dat nodig is.
Bij OAD zijn afspraken gemaakt over het volume. Stijgt het aantal verwijzingen sterk? Dan kan een gemeente aangeven dat het aantal verwijzingen beperkt moet worden. Hierdoor kan er een wachtlijst ontstaan. De betreffende gemeente maakt hierover zelf afspraken met haar lokale toegang.
Hoe zit het met vervoer?
De toegang heeft geen rol bij het indiceren van vervoer. Wel kan de behoefte aan vervoer aan de orde komen in het gesprek met de toegang. Dan kan dit meegegeven worden aan de Coalitie HvB of Kikmaat. Als de inwoner niet in staat is om zelfstandig vervoer te regelen naar hulp buitenshuis, dan valt dit onder de verantwoordelijkheid van de coalitie. De coalitie regelt in samenspraak met de inwoner passend en veilig vervoer. De coalitie heeft de keuze om zelf vervoer te organiseren of in te kopen bij regiovervoer.
Moeten inwoners een eigen bijdrage betalen?
Voor maatwerkvoorzieningen Wmo is een eigen bijdrage verschuldigd. In de lokale verordeningen is uitgewerkt hoe deze eigen bijdrage eruit ziet. In het aanvraagproces wordt het innen van de eigen bijdrage gekoppeld aan het start-zorg-bericht (305-bericht).
Voor cliënten die enkel gebruik maken van OAD geldt de eigen bijdrage niet. Een van onze uitgangspunten is om participatie te stimuleren en dan ligt het niet voor de hand om een eigen bijdrage te vragen. Dit moet iedere gemeente zelf regelen in de lokale Wmo-verordening.
Hoe om te gaan met ZIN en PGB?
Bij PGB verloopt het eerste deel van het klantproces hetzelfde als bij ZIN. Als cliënten met een hulpvraag komen dan moet eerst worden beoordeeld of men voorliggend kan worden geholpen. Is dit niet het geval? Dan ligt ZIN voor de hand. De inwoner wordt doorverwezen naar de Coalitie HvB.
Wil de inwoner (of zijn vertegenwoordiger) geen ZIN maar een PGB? Dan gelden de volgende regionale afspraken:
- De lokale toegang bepaalt het proces. Dit is afhankelijk van de situatie. Hierbij wordt gekeken naar:
- Motivatie / mate van regie budgethouder;
- Eerste aanvraag of vervolg aanvraag;
- Complexiteit van de hulpvraag.
- De toegang toetst de regievaardigheid. Ook die van de eventuele vertegenwoordiger.
- Bij een vervolgaanvraag wordt met name getoetst wijzigingen in de situatie van de inwoner en de effectiviteit hulpaanbod
- De toetsing van kwaliteit zorgverlener moet zijn geborgd = eigen verklaring.
- De toetsing van de onafhankelijkheid de van vertegenwoordiger moet zijn geborgd = eigen verklaring.
Als de regievaardigheid niet voldoende is, gaat de inwoner door naar ZIN (toeleiding naar coalitie). Zit het goed met de regievaardigheid of als er twijfel is, dan kunnen de toegang kiezen uit twee routes:
Route 1: De lokale toegang handelt het zelfstandig af.
Dit is bijvoorbeeld het geval bij een zeer duidelijke hulpvraag, vervolgaanvragen met weinig wijzigingen, bijzonder regievaardige cliënt met persoonlijk plan. Het vervolgproces ziet er dan zo uit:
-
- De toegangsprofessional schat zelf in wat passend is qua aard en omvang en legt dat vast in het PvA.
- De toegangsprofessional kan over de aard en omvang collegiaal advies vragen bij de Coalitie HvB. Bij Beschermd Wonen kan de hij/zij advies vragen bij de sleutelfiguur BW.
- De cliënt maakt het PGB-plan (of budgetplan, dit verschilt per gemeente).
- De toegangsprofessional checkt het budgetplan, de resultaten en tarieven en of de zorgaanbieder voldoet aan kwaliteitseisen.
- De toegangsprofessional rondt de aanvraag af en (al dan niet samen met de backoffice) stelt de beschikking op.
- De backoffice verstuurt het TKB naar de SVB.
- De inwoner zorgt vervolgens voor de juiste zorgovereenkomst. Hiervoor gebruikt hij de formats van de SVB.
- De backoffice controleert of de zorgovereenkomst in overeenstemming is met budgetplan.
- De ondersteuning door de PGB-zorgaanbieder kan beginnen.
- De PGB-zorgaanbieder declareert de geleverde ondersteuning.
- De inwoner (budgethouder) keurt de declaraties goed. De betalingen verlopen via het SVB- portaal
Route 2: de lokale toegang zoekt samenwerking met de Coalitie HvB.
Dit is het geval als de toegangsprofessional inschat, dat:
- de aanvraag complexer is
- het ingewikkeld is om vast te stellen waar de inwoner een ontwikkeling in wil doormaken
- wat passend is in aard (soort ondersteuning) en omvang (aantal uren per week)
De toegangsprofessional zoekt contact met de Coalitie HvB voor afstemming. De coalitie zorgt voor een geschikte gesprekspartner. Voor Beschermd Wonen is dat de sleutelfiguur. Dit zijn de vervolgstappen:
-
- De toegangsprofessional nodigt de inwoner (en evt vertegenwoordiger) uit voor een afspraak met de hem/haar en de coalitie. De beoogd PGB-zorgaanbieder van de inwoner is in principe niet aanwezig (afhankelijk van lokale beleidskeuze);
- Tijdens dat gesprek bespreken de inwoner, Toegang en de coalitie de situatie, de behoefte en de groeidoelstelling van de inwoner.
- Op basis van dat gesprek moet de coalitie in staat zijn een inschatting te geven welke aard en omvang passend zou zijn als de cliënt zou kiezen voor ZIN.
- De coalitie legt het advies schriftelijk vast.
- Na het gesprek kan de inwoner alsnog kiezen voor ZIN. Of het blijft een PGB als de inwoner (of vertegenwoordiger) voldoende regievaardig is. Dit is moet de toegang beoordelen.
- Wordt er gekozen voor het PGB? Dan rondt de toegangsprofessional de aanvraag af en volgt hij/zij stap 2-5 van situatie 1.