Waarom urgentiecriteria?

Sinds de nieuwe inkoop ervaart Crossroads dat veel casussen met urgentie worden aangemeld. De Toegang doet in deze gevallen het verzoek aan Crossroads om direct actie te ondernemen en jeugdhulp in te zetten. In veel gevallen is alleen niet duidelijk waarom de casus urgent is. Crossroads ervaart dat er verschillende definities zijn van de term urgentie bij de Toegang. Om deze reden zijn er urgentiecriteria opgesteld.

Definitie van urgentie

Crossroads start zo snel mogelijk met hulpverlening na ontvangst van de aanmelding. Is de casus urgent? Dan start de jeugdhulp binnen 2 weken nadat is vastgesteld, dat er sprake is van een situatie die de urgentie rechtvaardigt. Crossroads is verantwoordelijk voor de inzet van deze jeugdhulp. Om diverse redenen kan tijdelijk zogenaamde ‘second best’ jeugdhulp worden ingezet. De gewenste jeugdhulp start dan op een later moment.

Urgentiecriteria

Dit zijn de criteria:

  1. Situaties waarbij tijdens of na inzet van een dienst (dienst Onderzoek of dienst Voorwaarden en Vervolg) door Veilig Thuis is vastgesteld, dat met spoed inzet van jeugdhulp noodzakelijk is en er nu geen jeugdhulp loopt.
  2. Situaties waarbij recent een veiligheidsplan is opgesteld. In het plan is vastgesteld dat met spoed jeugdhulp moet worden ingezet om de veiligheid van de jeugdige/het gezin te kunnen waarborgen. Het veiligheidsplan kan zijn opgesteld door een medewerker van Veilig Thuis, de Toegang of een reeds betrokken jeugdhulpaanbieder.
  3. Situaties waarbij is vastgesteld dat de jeugdige/het gezin op moment van- of na aanmelding bij Crossroads wordt blootgesteld aan huiselijk geweld, seksueel geweld en/of psychische onveiligheid (zoals concrete suïcidaliteit of psychotische klachten).
  4. Situaties waarbij is vastgesteld dat iedere dag, dat er geen jeugdhulp wordt ingezet, de situatie fors verergert en hierdoor een noodsituatie dreigt te ontstaan. Er is sprake van aantoonbare fysieke of psychische onveiligheid (zoals concrete suïcidaliteit of psychotische klachten) bij de jeugdige zelf of zijn/haar omgeving.

Contra-indicaties bij urgentie

Dit zijn de criteria bij de contra-indicaties:

  1. Situaties waarbij door de wachtlijst bij de Toegang de druk op de casus zodanig is toegenomen, dat om die reden de situatie fors verergert en inzet van jeugdhulp wenselijk is.
  2. Situaties waarbij sprake is van een crisissituatie waarbij (nog) onduidelijk is of/wanneer het CIT (Crisis Interventie Team) crisiszorg gaat inzetten.
  3. Situaties waarbij sprake is van acute onveiligheid, maar waarbij de Toegang (nog) geen contact heeft gelegd met Veilig Thuis of waar Veilig Thuis (nog) geen dienst heeft ingezet.
    • De definitie van acute onveiligheid is: een persoon is in direct fysiek gevaar, diens veiligheid is de komende dagen niet gegarandeerd en hij of zij heeft direct bescherming nodig.
    • De definitie van structurele onveiligheid is: er is sprake van herhaling of voortduren van onveilige situaties of van geweld in de relatie. Een voorgeschiedenis van huiselijk geweld of kindermishandeling is de belangrijkste voorspeller voor het voortduren van onveiligheid (plegerschap en slachtofferschap) in de toekomst.
  4. Situaties waarbij sprake is van plotselinge motivatie van een eerder zorgmijdende jeugdige/ouder.

Let op! Contra-indicaties wegen niet zwaarder dan de urgentiecriteria. De aanwezigheid van een contra-indicatie hoeft dus niet te betekenen, dat er per definitie geen sprake is van urgentie.

Stappenplan aanmelden met urgentie

De Toegangsmedewerker beslist nooit alleen of de casus met urgentie wordt opgepakt. Hiervoor geldt een stappenplan, waarin een vierogen principe (intern) en overleg met Crossroads is geborgd. Er gelden voor twee situaties twee verschillende stappenplannen:

Situatie 1 | De casus is nog niet aangemeld bij Crossroads
  1. De toegangsmedewerker bespreekt de situatie intern met de gedragswetenschapper/ coördinator;
  2. De toegangsmedewerker stemt telefonisch af met het aanmeldpunt van Crossroads. Gezamenlijk wordt bepaald of een van de urgentiecriteria van toepassing is. Op het moment, dat geen overeenstemming wordt bereikt, geldt het opschalingsmodel;
  3. De toegangsmedewerker meldt de casus aan volgens de reguliere aanmeldroute en onderbouwt de aanmelding met:
    1. Een volledig ingevuld plan van aanpak.
    2. Een korte schriftelijke toelichting waarom, op basis van bovengenoemde urgentiecriteria, urgentie noodzakelijk is. Download Formulier | Toelichting op verzoek tot urgentie bij Crossroads >
    3. De toegangsmedewerker vermeldt met wie van het aanmeldpunt en wanneer er telefonisch contact is geweest.
  4. Crossroads nodigt de Toegang uit voor het aanmeldgesprek en koppelt hierna aan de toegangsmedewerker terug wat de uitkomst van de analyse is.
 Situatie 2 | De casus is al aangemeld bij Crossroads
  1. De toegangsmedewerker bespreekt de situatie intern met de gedragswetenschapper/coördinator.
  2. De toegangsmedewerker stemt telefonisch af met het aanmeldpunt van Crossroads. Gezamenlijk wordt bepaald of een van de urgentiecriteria van toepassing is.
  3. De toegangsmedewerker stuurt een e-mail naar het aanmeldpunt met hierin opgenomen een korte schriftelijke toelichting waarom, op basis van bovengenoemde urgentiecriteria, urgentie noodzakelijk is. De toegangsmedewerker vermeldt met wie van het aanmeldpunt en wanneer er telefonisch contact is geweest.
  4. Crossroads nodigt de toegangsmedewerker uit voor het aanmeldgesprek en koppelt nadien aan de toegangsmedewerker terug wat de uitkomst van de analyse is.

Opschalingsmodel

Op het moment dat er door de medewerker van het aanmeldpunt en de toegangsmedewerker geen overeenstemming wordt bereikt over de urgentie van de casus schalen beide partijen de casus op. Dit leidt tot het volgende opschalingsmodel.

  Crossroads Toegangen
Stap 1 Medewerker aanmeldpunt Toegangsmedewerker
Stap 2 Gedragswetenschapper aanmeldpunt Gedragswetenschapper Toegang *
Stap 3 Coördinator/kwartiermaker/teamleider aanmeldpunt Coördinator/afdelingshoofd Toegang

* Niet alle gemeenten hebben een gedragswetenschapper tot hun beschikking. In dat geval schaalt de Toegangsmedewerker de casus op naar de zorgregisseur, coördinator of (hiërarchisch) leidinggevende.

Afspraken over opschaling
Stap 1 De medewerkers nemen telefonisch contact met elkaar op, wanneer er eerder via de e-mail is gecommuniceerd en er geen overeenkomst is bereikt. De medewerkers spreken gezamenlijk af de casus op te schalen. Beide medewerkers maken kenbaar naar wie (naam + contactgegevens) er wordt opgeschaald.
Stap 2 De gedragswetenschappers nemen via de gegevens zoals doorgegeven contact met elkaar op (bij voorkeur telefonisch). Wanneer de gedragswetenschappers overeenstemming bereiken, wordt door beide partijen gecommuniceerd naar de uitvoerend medewerkers. Eventueel worden gemaakte afspraken vastgelegd in een e-mailbericht.

Wanneer de gedragswetenschappers geen overeenstemming bereiken, spreken zij gezamenlijk af de casus verder op te schalen. Beide gedragswetenschappers maken kenbaar naar wie (naam + contactgegevens) er wordt opgeschaald.

Stap 3 De leidinggevende van beide partijen nemen via de gegevens zoals doorgegeven contact met elkaar op (bij voorkeur telefonisch). Wanneer de leidinggevenden overeenstemming bereiken, wordt door beide partijen gecommuniceerd naar de uitvoerend medewerkers en de betrokken gedragswetenschappers. Eventueel worden gemaakte afspraken vastgelegd in een e-mailbericht.